Rechtrichten door middel van slangenlijnen en ontspanning creëren

Een paard houdt zichzelf niet ´recht´ wanneer het paard het lichaamsgewicht niet gelijkmatig verdeeld over 4 benen. Als je een paard onder het zadel rijdt, aan de longe werkt, gaat mennen of springen, etc zal het paard van nature uit het lichaamsgewicht niet gelijkmatig verdelen over 4 benen. Het paard zal op de schouder willen lopen of over de schouder gaan lopen, respectievelijk, meer gewicht op de 2 binnenste benen zetten of meer gewicht op de 2 buitenste benen. Hierdoor ontstaat spanning in de rug van het paard met alle gevolgen van dien.
Om een paard te ontspannen zal het paard moeten worden rechtgericht, de eerste oefening waar meestal wordt begonnen is het rijden van slangenlijnen. Deze oefening heeft een aantal grote voordelen:
• Als ruiter ga je snel voelen of het paard wel of niet naar links of naar rechts wilt gaat, doordat je een teugel harder moet aannemen, voordat het paard reageert.
• Als ruiter ga je snel voelen of het paard in buiging naar links of rechts wilt gaan of juist ´valt´naar links of rechts.
• Als ruiter laat je het paard steeds opnieuw het gewicht verdelen van links naar rechts, totdat het gewicht van het paard gelijkmatig over 4 benen is verdeeld, waardoor het paard voorwaarts neerwaartse houding gaat aannemen: ontspanning!
Bij slangenlijnen rijden we niet op de hoefslag, maar op de binnen hoefslag. Probeer niet naar het hoofd van je paard te kijken, maar kijk naar een punt recht voor je, dan begin je je paard te sturen naar links of rechts, maar de lijn probeer je wel recht te houden, dit wil zeggen dat het hoofd van de ruiter naar het punt blijft gaan, maar dat je je paard onder je ´balanceert´. Probeer je paard nog niet ´aan de teugel´ te rijden, nageeflijkheid komt pas later, als het paard gaat ontspannen komt dat vanzelf. Als je naar links stuurt laat dan je rechterteugel iets losser, bijvoorbeeld: als je je linkerteugel 5 cm aan moet nemen, voordat je paard naar links wilt gaan, laat dan je rechterteugel 5 cm losser. Dit omdat we graag willen dat het paard in stelling de richting kiest en niet met een rechte hals ´op de schouder valt.´ Belangrijk is ook dat je deze oefening ook vol houdt op de korte zijde van de rijbak, de korte zijde van de rijbak moet een rechte lijn zijn, maar geen halve volte. Wanneer je een paard de korte zijde van de rijbak laat af snijden, zal het paard weer op de schouder vallen en zich niet recht houden, wat weer spanning kan geven.
Deze oefening kan je eerst in stap, dan draf en daarna galop proberen. Zorg ervoor dat je paard de oefening in stap eerst goed begrijpt, voordat je verder gaat in draf en hetzelfde geldt voor draf naar galop.
Hieronder een bijbehorende video:


Klik om te vergroten

Klik om te vergroten